Door effectief gebruik van de OM-tip, kunnen gemeenten achterhalen of de zakelijke omgeving van de vergunningaanvrager antecedenten heeft. Bij de beoordeling van een vergunningaanvraag komt het regelmatig voor dat de aanvrager geen consistent verhaal vertelt en een derde feitelijke invloed op of zeggenschap over de onderneming lijkt te hebben. Een kenmerkend aspect van de Wet Bibob is dat die derde onderdeel van het onderzoek kan worden en zijn strafrechtelijk verleden dan bij de Bibob-beoordeling wordt betrokken. De gemeente mag zelf over die derde echter geen politie- en justitiële gegevens opvragen en kan dus niet zelfstandig achterhalen welke antecedenten hij heeft. Dat kan uiteindelijk alleen via een adviesaanvraag bij het Landelijk Bureau Bibob. Door een effectieve inzet van de OM-tip kan de gemeente echter wel achterhalen of die derde antecedenten heeft. Zo kan de gemeente beoordelen of een adviesaanvraag bij het LBB zinvol is.
WELKE PERSONEN RELEVANT?
Onderdeel van het Bibob-onderzoek is de vraag of de aanvrager in relatie staat tot strafbare feiten. Dat is het geval als hij ze zelf heeft gepleegd, of als een derde dat heeft gedaan en die derde:
- leiding geeft of heeft gegeven (meestal de bestuurders);
- zeggenschap heeft of heeft gehad (meestal de aandeelhouders);
- vermogen (heeft) verschaft;
- in een zakelijk samenwerkingsverband tot de aanvrager staat of heeft gestaan.
De gemeente mag slechts over de aanvrager (of over de bestuurders als de aanvrager een rechtspersoon is) politiegegevens en de justitiële documentatie opvragen.
OM TIP
Volgens artikel 26 van de Wet Bibob kan de officier van justitie die beschikt over gegevens dat een betrokkene in relatie staat tot strafbare feiten (…) het bestuursorgaan (…) wijzen op de mogelijkheid om het LBB om advies te vragen. In het merendeel van de gevallen is het niet de officier van justitie die het initiatief neemt om een OM-tip te verstrekken, maar komt deze komt tot stand op verzoek van het bestuursorgaan. Deze werkwijze is al enige tijd geaccepteerde praktijk.
EFFECTIEF GEBRUIK OM TIP
Onze ervaring leert dat de meeste gemeenten uitsluitend de naam van de aanvrager aan het OM verstrekken, wanneer zij de officier vragen of hij een tip kan verstrekken. Daarmee maken zij niet volledig gebruik van de mogelijkheden die het instrument van de OM-tip biedt. Nu artikel 26 bepaalt dat de officier van justitie kan tippen, indien hij over informatie beschikt die er op duidt dat de betrokkene in relatie staat tot strafbare feiten, kunnen ook alle derden bij de tip worden betrokken. Die informatie zal doorgaans echter wel van de gemeente moeten komen, omdat de officier doorgaans niet kan weten tot welke partijen de aanvrager in relatie staat. Dat blijkt nu eenmaal uit het eigen onderzoek van de gemeente.
WERKWIJZE GEMEENTEN
Om effectief gebruik te maken van de OM Tip:
- verricht de gemeente eigen onderzoek, dat wil zeggen dat het de Bibob-vragenlijst uitreikt, open bronnen onderzoek doet en de politiegegevens en de justitiële documentatie over de betrokkene (en de bestuurders) opvraagt;
- op basis van dit onderzoek identificeert de gemeente de relevante derden, met andere woorden het stelt vast wie de vermogensverschaffers zijn, wie zeggenschap heeft en tot wie de betrokkene in een zakelijk samenwerkingsverband staat. Let op dat deze laatste categorie niet eenvoudig is te bepalen;
- indien de gemeente vermoedt dat een van de derden antecedenten heeft (en hij bewust niet als aanvrager fungeert), is de OM-tip een goed instrument. De gemeente verstrekt dan de namen van de betrokkene, de bestuurders en de hiervoor genoemde overige relevante derden aan de Bibob-officier met het verzoek om na te gaan of de officier beschikt over informatie die kan leiden tot een OM tip. De grondslag voor verstrekking van deze informatie aan de officier is artikel 28, tweede lid onder d. van de Wet Bibob. Deze bepaling maakt het delen van Bibob-informatie mogelijk met de RIEC partners (zoals het openbaar ministerie) met als doel ondersteuning bij toepassing van de Wet Bibob;
- verstrekt de officier een tip, dan is dat een goede reden voor een adviesaanvraag bij het LBB. Verstrekt hij geen tip, dan is de vraag in hoeverre een adviesaanvraag zinvol is. Er is dan geen deelbare informatie beschikbaar over de relevante partijen. Daarbij merken we op dat dit systeem niet helemaal sluitend is, er kan bijvoorbeeld wel relevante informatie bij de Belastingdienst zijn. Daarop heeft de OM tip niet in alle gevallen betrekking.
WERKWIJZE OFFICIER VAN JUSTITIE
Vraagt de gemeente of er redenen zijn om een OM Tip te verstrekken, dan is het volgende van belang:
- relevante strafbare feiten in het kader van een Bibob-onderzoek zijn die feiten die naar hun aard gericht zijn op het behalen van voordeel en feiten die samenhangen met de activiteiten van de vergunning. Over dat laatste punt bestaat inmiddels veel jurisprudentie. Twijfelt u of een feit relevant is, dan kunt u het beste afstemming zoeken met het LBB;
- bij het Bibob-onderzoek worden zowel veroordelingen als vermoedens van betrokkenheid bij strafbare feiten meegenomen. Ook het gegeven dat iemand bijvoorbeeld als verdachte voorkomt in een strafrechtelijk onderzoek, kan dus leiden tot een tip;
- betreft het geen veroordeling, maar een vermoeden van betrokkenheid bij een strafbaar feit, dan wordt de ernst van dat vermoeden beoordeeld in een Bibob-procedure. Tippen is niet zinvol als de verdenking minimaal is;
- tippen is wel zinvol bij bijvoorbeeld gevorderde onderzoeken, dagvaardingen, transacties en TCI informatie in combinatie met informatie uit andere bronnen die in dezelfde richting wijst;
- tippen is niet verstandig als de informatie nog niet bij de verdachte terecht mag komen, bijvoorbeeld omdat daardoor het onderzoek wordt geschaad. In dat geval laat u de gemeente weten dat er geen tip kan worden verstrekt en kunt u op een later moment, als de informatie wel deelbaar is, gebruik maken van uw bevoegdheid een tip te verstrekken;
- besluit u om een tip te verstrekken, dan meldt u in de brief aan de gemeente louter dat u een OM-tip ex artikel 26 van de Wet Bibob verstrekt met betrekking tot de betrokkene (meestal de aanvrager of houder van de vergunning), ook als de feiten niet door de betrokkene, maar door een derde zijn gepleegd. Evenmin vermeldt u welke strafbare feiten het betreft. Dat wordt de gemeente pas duidelijk via het advies van het LBB;
- voor meer informatie voor het OM verwijzen we naar de brochure van het LBB.
RECHTSTREEKS BIBOB-TIPS EN JURISPRUDENTIE ONTVANGEN IN UW MAILBOX?
Meld u zich dan onderaan de homepagina aan voor de nieuwsbrief. U ontvangt dan bovendien gratis een voorbeeld Bibob-besluit, met een modeltekst en meer dan tien handige tips.