IJzerman Background Image

Omgevingsvergunning kan ook na voltooien bouwwerk worden ingetrokken op grond van de Wet Bibob

Onlangs besteedden wij aandacht aan een uitspraak van 9 oktober 2024, waarin de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State onder meer inging op de intrekking van een omgevingsvergunning vanwege de weigering om Bibob-gegevens te verstrekken. De uitspraak is echter ook om een andere reden interessant. In deze zaak ging het tevens om de vraag of het feit dat de bouwwerkzaamheden reeds waren voltooid aan intrekking van de vergunning in de weg staat.

In onze praktijk zien wij dat de opvatting leeft dat de omgevingsvergunning in dat geval niet meer kan worden ingetrokken. Omdat het een aflopende beschikking betreft en de bouwactiviteit is voltooid, raakt de vergunning ‘uitgewerkt’ en eindigt de rechtsverhouding tussen het bestuursorgaan en de vergunninghouder.[1] Vanaf dat moment zou intrekken van de vergunning volgens sommigen daarom niet meer mogelijk zijn.[2]

Zo ook volgens de betrokkene in de zaak van 9 oktober 2024. In deze zaak had het college van burgemeester en wethouders van Breda namelijk zonder Bibob-onderzoek te verrichten een omgevingsvergunning verleend aan een stichting. Omdat het college zich pas later bewust was geworden van de omstandigheid dat mogelijk sprake was van een schijnconstructie, stelde het alsnog een Bibob-onderzoek in. Aangezien de stichting weigerde om de gevraagde gegevens te verstrekken, trok het college de vergunning ruim een jaar na verlening met terugwerkende kracht in.

De vergunninghouder had de vergunde bouwactiviteiten intussen echter al uitgevoerd en stelde zich op het standpunt dat de vergunning daardoor was uitgewerkt, zodat deze niet meer kon worden ingetrokken. De Afdeling gaat hier niet in mee en overweegt als volgt:

Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen, sluit de enkele omstandigheid dat de vergunde activiteiten al zijn uitgevoerd intrekking van de vergunning niet uit, mits daarvoor gronden bestaan (vergelijk de uitspraak van de Afdeling van 22 februari 2017, ECLI:NL:RVS:2017:465, onder 7.1, en de uitspraak van 13 februari 2019, ECLI:NL:RVS:2019:432).[3]

Een uitgewerkte omgevingsvergunning kan dus wel degelijk worden ingetrokken op grond van de Wet Bibob.[4] Omdat de vergunning met terugwerkende kracht is ingetrokken, sorteert het besluit ook aanzienlijk effect: de bouwactiviteiten worden geacht te zijn verwezenlijkt zonder vergunning en als gevolg hiervan zal de stichting de verbouwing ongedaan moeten maken.


Afsluitend

De Afdeling heeft andermaal duidelijk gemaakt dat een omgevingsvergunning ook kan worden ingetrokken als de bouwwerkzaamheden zijn voltooid. Hoewel een intrekking met terugwerkende kracht een aanzienlijke inbreuk maakt op de rechtszekerheid van de vergunninghouder, is dat naar onze mening in deze zaak een wenselijke uitkomst. De stichting had de vergunning immers mogelijk verkregen op basis van een schijnconstructie en weigerde daarna iedere medewerking aan het Bibob-onderzoek. Het met terugwerkende kracht intrekken van de omgevingsvergunning zorgt ervoor dat deze handelswijze niet wordt beloond.

Aanmelden voor de nieuwsbrief?

Meld u zich dan onderaan de homepagina aan.

Voetnoten

[1] Zie B. de Kam, De intrekking van beschikkingen, mede in Europees en rechtsvergelijkend perspectief 2016, p. 65.

[2] Zie bijvoorbeeld F. Pommer, Ondermijning bij duurzaamheidsprojecten: het nemen van een Bibob-besluit, te raadplegen via

[3] ABRvS 9 oktober 2024, ECLI:NL:RVS:2024:4077, r.o. 3.3.

[4] In deze zaak werd de omgevingsvergunning ingetrokken op grond van artikel 5:19, vierde lid, onder b, van de Wabo. Sinds de inwerkingtreding van de Omgevingswet is de grondslag om een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit in te trekken geregeld in artikel 5.40, tweede lid, van de Omgevingswet.

Scroll