IJzerman Background Image

Stroman in Bibob-onderzoek strafrechtelijk veroordeeld

Een rol als stroman in een Bibob-procedure is niet zonder risico, zo blijkt uit een uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 13 januari 2025. De rechtbank veroordeelde een man die zich ten opzichte van de gemeente en het Landelijk Bureau Bibob (LBB) ten onrechte had voorgedaan als de zeggenschaphebbende van een onderneming. Daarmee hield hij de daadwerkelijke zeggenschaphebbende (met antecedenten) buiten het Bibob-onderzoek.

Dat schijnconstructies niet van de lucht zijn in Bibob-procedures, bleek ook ook in deze zaak. Omdat personen met antecedenten zelf geen vergunning kunnen verkrijgen, nemen zij geregeld hun toevlucht tot het gebruik van een stroman. Deze vaak ‘schone’ stroman doet zich dan voor als eigenaar van het bedrijf dat de vergunning aanvraagt, zodat de feitelijke eigenaar buiten schot blijft en de vergunning verleend wordt. Dit kan gepaard gaan met het plegen van één of meerdere strafbare feiten, zoals valsheid in geschrifte of oplichting.

In de uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant worden die gevolgen duidelijk voor een liefst 70-jarige stroman. Ten behoeve van een aanvraag om een omgevingsvergunning tuigde hij samen met de achterman (de daadwerkelijk zeggenschaphebbende) een gewiekste constructie op, waarbij het formeel leek alsof hij de eigenaar van een onderneming was, terwijl alle zeggenschap feitelijk bij de achterman lag.

De stroman richtte bij de notaris een BV en een Stichting Administratiekantoor (STAK) op en de STAK werd aandeelhouder van de BV. Uit de statuten bleek dat de certificaathouder van de STAK de feitelijke zeggenschap had over de BV. De stroman bleef bestuurder van beide rechtspersonen, maar schonk de certificaten van de aandelen direct op de dag van de oprichting van de BV en van de STAK aan de minderjarige kinderen van de achterman. Het certificaat van één prioriteitsaandeel ging naar de achterman zelf, die daarmee alle zeggenschap had. Feitelijk was de stroman niet veel langer dan een paar uur certificaathouder en daarmee zeggenschaphebbende van de BV geweest.

Op vragen van de gemeente in de Bibob-procedure antwoordde de stroman vervolgens dat hij de enige certificaathouder was. Dat klopte toen echter al niet meer. Hij had de certificaten immers direct na oprichting van de BV en van de STAK geschonken aan de achterman en zijn minderjarige kinderen. Hij herhaalde dit antwoord later ook nog in een brief aan het LBB. Door de achterman buiten beeld weet te houden, is de vergunning in eerste instantie verleend.[1]

Desondanks kwam de waarheid in een nieuwe Bibob-procedure aan het licht. Het Openbaar Ministerie vervolgde de stroman daarop voor tweemaal valsheid in geschrifte wegens zijn verklaringen aan de gemeente en aan het LBB. De stroman verweerde zich door te stellen dat opzet ontbrak, omdat hij niet wist dat hij geen certificaathouder (meer) was, toen hij de vragen van de gemeente en van het LBB beantwoordde. Hoewel hij onder toeziend oog van de notaris de certificaten aan de achterman had geschonken, zou hij naar eigen zeggen niet hebben geweten wat er in de schenkingsovereenkomst stond. De rechtbank heeft deze uitleg als ongeloofwaardig terzijde geschoven. Daarbij acht zij van belang dat uit het dossier een duidelijk motief voor deze gang van zaken valt af te leiden:

“Door de onjuist verstrekte informatie is [achterman] buiten de Bibob-beoordeling gebleven. De gemeente Breda heeft aangegeven dat indien het college en het LBB wel over de juiste informatie had beschikt, de vergunningsaanvraag waarschijnlijk was afgewezen wegens de door [achterman] gepleegde strafbare feiten.”[2]

De rechtbank tilt er zwaar aan dat de stroman de gemeente en het LBB bewust op het verkeerde been heeft gezet, juist omdat het Bibob-onderzoek bedoeld is te voorkomen dat vergunningen misbruikt worden voor illegale praktijken. Zij veroordeelt de stroman daarom tot een onvoorwaardelijke taakstraf van 150 uren.

Deze veroordeling helpt hopelijk bij het tegengaan van schijnconstructies. Potentiële stromannen kunnen in het vervolg beter tweemaal nadenken, voordat zij zich laten lenen voor deze praktijken.

Aanmelden voor de nieuwsbrief?

Meld u zich dan onderaan de homepagina aan.

Voetnoten

[1] Het heeft er alle schijn van dat deze zaak samenhangt met de uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 20 juli 2021 (ECLI:NL:RBZWB:2021:3571) in de bestuursrechtelijke Bibob-procedure. In deze zaak oordeelde de rechtbank dat de gemeente Breda terecht de omgevingsvergunning had ingetrokken nadat de identiteit van de achterman aan het licht was gekomen. Volgens de rechtbank bestond een ernstig vermoeden dat met de schijnconstructie ter verkrijging van de vergunning een strafbaar feit was gepleegd.

[2] R.o. 4.3.2.

Scroll