IJzerman Background Image

UBO-register en Bibob

Vanaf 27 september 2020 zijn (de meeste) ondernemingen verplicht om personen die zeggenschap hebben in het UBO-register in te schrijven. Het doel van dit register is het tegengaan van financieel-economische criminaliteit, zoals witwassen. Meer informatie over het UBO-register is te vinden op de website van de Kamer van Koophandel.

Wat verandert er?

Door aanpassing van (onder meer) de Handelsregisterwet zijn ondernemingen verplicht om de uiteindelijk belanghebbenden te registreren. Dit zijn bijvoorbeeld personen die meer dan 25 procent van de aandelen in een BV hebben of personen die een eigendomsbelang van meer dan 25 procent hebben in een vof of maatschap.

Waarom is deze informatie van belang in een Bibob-procedure?

Zoals bekend is binnen een Bibob-onderzoek niet alleen de betrokkene (zoals de vergunningaanvrager of degene waarmee een vastgoedtransactie is of wordt aangegaan) van belang, maar spelen ook diens Bibob-relaties een belangrijke rol. De strafbare feiten van al deze (rechts)personen wegen mee in de conclusie van het onderzoek. Een van die relaties betreffen de personen met zeggenschap. De identiteit van (een deel) van deze personen zal via het UBO-register openbaar zijn. Personen die bijvoorbeeld minder dan 25 procent van de aandelen houden, zijn wel van belang voor het Bibob-onderzoek, maar komen niet in het UBO-register voor.

Vanaf wanneer en waar is deze informatie te raadplegen?

Het UBO-register zal te raadplegen zijn via het Handelsregister van de Kamer van Koophandel. In het Handelsregister ingeschreven ondernemingen zijn vanaf 27 september 2020 verplicht om de uiteindelijk belanghebbende te registeren. Zij hebben daartoe vanaf dat moment anderhalf jaar de tijd. Nieuwe entiteiten dienen vanaf die datum de UBO direct bij oprichting te registreren.

Welke gegevens zijn openbaar?

De volgende gegevens over de UBO zijn voor een ieder (dus ook voor medewerkers van gemeenten en provincies die Bibob-onderzoek uitvoeren) openbaar:

  • voornaam en achternaam;
  • geboortemaand en -jaar;
  • nationaliteit;
  • land van verblijf;
  • aard en omvang van het economische belang van de UBO.

Ondernemingen zijn verplicht om documenten bij de Kamer van Koophandel te deponeren waaruit de aard en omvang van het economisch belang blijkt, zoals het aandeelhoudersregister, de statuten, het certificaathoudersregister, de oprichtingsakte en het organogram. Die documenten zijn niet voor iedereen openbaar.

Is er verschil in de informatiepositie van gemeenten en provincies enerzijds en het LBB anderzijds?

Ja. Anders dan gemeenten en provincies is het Landelijk Bureau Bibob bevoegd om de hiervoor genoemde documenten waaruit de aard en omvang van het economisch belang blijkt in te zien. Gemeenten en provincies kunnen dus wel uit het Handelsregister afleiden wie de UBO is, maar niet de onderliggende documenten raadplegen. Dat onderscheid is, gelet op de inspanningen van de minister van Justitie en Veiligheid om schijnconstructies te voorkomen, eigenlijk niet goed te verklaren. Het zorgt bovendien voor onnodige lastendruk voor ondernemers. De aanvrager van een vergunning zal op grond van artikel 7a van de Wet Bibob (het oude artikel 30) verplicht zijn om die gegevens via de Bibob-vragenlijst alsnog te verstrekken, waar hij in veel gevallen anders naar het UBO-register had kunnen verwijzen.

Kan ik volledig op deze gegevens vertrouwen?

In beginsel wel. Wanneer niet aan de verplichting tot een juiste opgave in het Handelsregister wordt voldaan, kan dat leiden tot bestuurs- of strafrechtelijke sancties, afhankelijk van de ernst van de overtreding. Het opzettelijk verschaffen van onjuiste informatie over de UBO zal leiden tot strafrechtelijke aanpak.

Dit gegeven vormt direct de achilleshiel van het UBO-register. Uit Bibob-onderzoeken blijkt immers geregeld dat betrokkenen gebruik maken van schijnconstructies en een stroman naar voren schuiven om bijvoorbeeld als bestuurder en aandeelhouder te dienen van de onderneming die de vergunning aanvraagt. Het UBO-register maakt niet per definitie een einde aan die praktijk.

Een andere kanttekening is, zoals eerder genoemd, dat alleen personen met een belang van meer dan 25 procent in het UBO-register voorkomen, terwijl personen met minder zeggenschap wel degelijk een (grote) rol kunnen spelen in het Bibob-onderzoek. Ook in die zin is het UBO-register vanuit Bibob-perspectief dus niet geheel sluitend.

Aanmelden voor de nieuwsbrief?

Meld u zich dan onderaan de homepagina aan.

Scroll